Catalogus 88
CVA 54
Straalvarkenmuis
Aardewerk, handgekneed, ingekraste decoratie
Engobe en glazuur
12 x 16 cm
1963
Literatuur: Pottenkijker 18
Collectie Pottenkijker
Etie van Rees (1890-1973)
CVA 41
Het eerste eendje
Aardewerk, handgekneed ingekraste decoratie
Engobe en glazuur
8 x 13 cm
1956
Literatuur: Pottenkijker 4
Collectie Pottenkijker
Etie van Rees (1890-1973)
CVA 42
De opschik-uil (Mme K)
Aardewerk, handgekneed
Ingekraste decoratie, engobe en glazuur
15 x 13 cm
1960
Literatuur:Pottenkijker 5
Collectie Pottenkijker
De wijze waarop Van Achterbergh tot twee keer toe het ceramisch werk van Etie van Rees, het Bestiarum Reesianum zoals hij dat noemde, heeft beschreven, toont een grote betrokkenheid bij, diepe genegenheid voor en grote kennis van deze bijzondere ceramiste die pas op haar tweeënzestigste de eerste ceramische schepsels creëerde.
In 1964 was Van Achterbergh de drijvende kracht achter de befaamde overzichtstentoonstelling van het werk van Etie van Rees in Museum Boymans die daarna doorreisde naar Groningen, Arnhem en s Gravenhage. Van Achterbergh schreef de catalogusteksten. In 1973 publiceerde hij een artikel over haar in het Mededelingenblad (72).
De vergelijking tussen Etie van Rees en haar leeftijdgenoot Harm Kamerlingh Onnes dringt zich regelmatig op, beiden schilderden en beiden werden pas op latere leeftijd autodidact ceramist.
Oorspronkelijk werd de ceramiek als experimenteel bijwerk op haar schilderijententoonstellingen geplaatst. Maar al spoedig vormde deze ceramische wonderwereld de hoofdzaak.
Van elk uit te voeren figuurtje maakte zij gedetailleerde schetsen, die soms jaren moesten wachten om in klei uitgevoerd te worden. Het raffinement van deze tekeningen is onovertroffen, maar nog merkwaardiger is, dat de geringste nuance op het papier, al boetserend werd overgebracht in de klei zonder er iets in te wijzigen. Van Achterbergh bezat ook enkele van deze voorbereidende schetsen.