catalogus 122

CVA 642
Hoge vaas met negen vleugels
Steengoed, gedraaid
Glazuur
44 x 15 cm
1964
Literatuur: Pottenkijker 30
Jan van der Vaart 1991, p. 86
In bruikleen van de Stichting van Achterbergh-Domhof aan Museum het Princessehof

Typerend voor het werk van Van der Vaart, in de eerste helft van de jaren zestig, zijn de kragen of vleugels op strakke ronde vormen. Deze persoonlijke vondst van Van der Vaart geeft zijn werk uit die periode een geheel eigen karakter (zie ook catalogus 120)
Deze negen-vleugelige vaas, een geometrisch volmaakt hoogstandje is de uiterste vervolmaking van het kragensysteem. Het is een rekenkundig wonder hoe hij de kragen steeds iets kleiner heeft weten te maken om zo een versmalling naar boven toe te creëren. Het is een van de laatste gedraaide stukken van Van der Vaart uit de jaren zestig. Hierna zou hij zich meer en meer gaan toeleggen op bouwen en gieten. In verschillende periodes in zijn carrière zou het draaien wel eens terugkeren (zie catalogus 125) maar andere werkvormen krijgen duidelijk de overhand.