Catalogus 66

CVA 734
Hoge dekselpot met inspringende hals
Steengoed, gedraaid
glazuur
23 x 15,5 cm
1962
Literatuur: Mededelingenblad 34, nr.VII
Pottenkijker 26

Deze pot is een buitengewoon evenwichtige binnen het oeuvre van Johan van Loon. De in twee delen gedraaide vorm heeft een eigen karakter en doet in niets herinneren aan andere pottenbakkers.
De massa waaruit de pot gedraaid werd, is een eigen mengsel van Van Loon dat hij lange tijd heeft gebruikt omdat het een goede plasticiteit heeft.
Met name vroege potten vallen op door de ruige materiaaleffecten, en een robuuste vormgeving die altijd rond is. De techniek van Johan van Loon is echter niet uitzonderlijk knap of intellectueel te noemen. Van Achterbergh hamerde er in zijn artikel in het Mededelingenblad (34) op dat Van Loon zeker de eerste jaren zeer wisselend heeft gepresteerd en dat de musea helaas veelal de verkeerde keuze hebben gemaakt. Alleen het Boijmans wist volgens Van Achterbergh, onder Bernardine de Neeve, feilloos de beste stukken te kopen.
Daarmee gaf Van Achterbergh zichzelf als verzamelaar een pluim. Hij heeft de beste stukken weten te verwerven en de ‘domme’ musea niet. De Neeve kreeg ook een pluim, zij was in feite de leermeester van Van Achterbergh.