Catalogus 73

Catalogus 73

Catalogus 73

Kunstenaar
Beate Nieuwenburg-Reinheimer
Datering
1943

CVA 1040
Granaatappeldoosje
Steengoed gedraaid, porselein gevormd
Zoutglazuur
8 x 6 cm
1975

Beate Nieuwenburg-Reinheimer (1943)
CVA 1038
Slakkendoosje
Steengoed, gedraaid, porselein gevormd
Zoutglazuur
7,5 x 7,5 cm
1976

Beate Nieuwenburg-Reinheimer (1943)
CVA 1039
Torrendoosje
Steengoed, gedraaid, porselein gevormd
Zoutglazuur
5,5 x 8 cm
1976

Beate Nieuwenburg-Reinheimer (1943)
CVA 0519
Dekselpot Pad
Steengoed, gedraaid en gevormd
Zoutglazuur met ijzerspikkels
25 x 14,5 cm
1970-1977

Beate Nieuwenburg-Reinheimer (1943)
CVA 1031
Doosje met deksel
Steengoed, gedraaid
Zoutglazuur
6 x 13,5 cm
1975


Beate Nieuwenburg begon tijdens haar opleiding aan de Rietveld academie (1968-1972) te experimenteren met een zoutglazuuroven. Deze oude techniek, die in de twintigste eeuw tot dan toe alleen door Mendes da Costa en zijn navolger F. de Miranda werd gebruikt, werd door haar tot grote hoogte gebracht.
In dezelfde periode bouwden Jan de Rooden en Johnny Rolf in Morra een zoutoven, na ervaring met het medium te hebben opgedaan in de Verenigde Staten. Zo ontstond een hernieuwde beleving van zoutglazuur.
De Rijnlandse potten met diervormen op het deksel hebben een eigen uitstraling. In de eerste werken staat de gebruiksfunctie voorop. Later komen er ook plastieken zonder gebruiksfunctie. Omdat zoutglazuur op de naden wegtrekt is het uitermate geschikt voor reliƫfwerk. Het geeft daardoor een haarscherpe registratie van de verschillende naden. Op de dierplastiek met verfijnde structuren komt dit mooi uit.

Meer objecten

Terug naar zoekresultaat